vrijdag 5 december 2014

Nieuwe dingen...

Ik ben nooit iemand geweest die van veranderingen heeft gehouden. Altijd als er in mijn leven iets veranderde, kostte het de grootste moeite om er aan te wennen en, helaas, om de veranderingen te accepteren.

Toen ik echt heel klein was, kostte het een week voor ik geaccepteerd had dat het nachtlampje naar een ander stopcontact was verhuisd.

Zo dus ook toen, een week geleden, mijn computer, na tien jaar trouwe dienst, besloot dat ze niet meer verder met me wilde gaan. Ze weigerde nog op te starten, tot op het punt dat zelfs de veilige modus niet eens meer kon worden geactiveerd.

Met wat advies van mijn vader probeerde ik nog wat oplossingen uit.

Ik duwde de installatie-CD van Windows 7 in de CD lade en gaf de CD de prioriteit bij het opstarten. Dat gaf me geen gehoor.

Ook het maken van een Boot Stick met de juiste software voor Windows 7 gaf geen gehoor.

Mijn vader had nog wat programma's op zijn zolder liggen, die hij nog over had van de tijd dat hij regelmatig computers repareerde voor zijn vrienden en collega's.

Zoals je waarschijnlijk wel kan raden, dat was ook met weinig succes. Zelfs de paardenmiddelen die alle computers weer op zouden moeten laten starten werden weerstaan door de computer.

Uiteindelijk hebben we de harde schijf losgemaakt en aan de computer van mijn vader gekoppeld. Die herkende de harde schijf gewoon, dus hebben we die computer gebruikt om een backup op te maken.

Het was wel typisch. Door de leeftijd van de computer zat ik al uit te kijken naar een nieuwe machine, maar de afgelopen weken liep ik steeds vaker tegen schijnbaar willekeurige problemen aan.

Soms liep de PC uit het niets vast. Blue Screens of Death werden steeds regelmatiger. Soms startte de computer zelfs op willekeurige momenten uit zichzelf opnieuw op, om dan halverwege het opstartproces er mee op te houden.

Bij het opstarten moest de PC vaak vijf of zes keer opnieuw opstarten.

Dus het was maar een kwestie van tijd voor het tijd werd voor een nieuwe.

Toen afgelopen vrijdag de PC kwam te overlijden, was het eigenlijk twee weken te vroeg. Twee weken later, oftewel vandaag over een week, zou ik mijn salaris weer ontvangen.

Stilletjes had ik gehoopt dat de computer het tot die tijd vol zou houden, maar het mocht niet baten.

Dat weekend was ik te druk om het centrum in te duiken.

Maandag ging de MyCom pas om 13.00 uur open, dus dat was ook geen optie.

Uiteindelijk liep ik op dinsdag de MyCom binnen, pakte de eerste verkoper die ik zag bij zijn kraag, en vertelde hem wat ik wilde.

'Een simpele machine voor tekstverwerking, internet en een paar oudere spelletjes.'

Zo gezegd, zo gedaan. Binnen tien minuten was ik €450 armer en een nieuwe computer rijker.

Nadat ik het apparaat naar huis had verplaatst, kon ik direct beginnen met het installeren en opbouwen van het apparaat.

Aangezien het een Windows 8.1 machine is (want daar kan je tegenwoordig niet meer omheen) en mijn Microsoft Surface dat ook is, kon ik in één keer alle instellingen van mijn Surface overhevelen. Vervolgens heb ik de computer open geschroefd, mijn oude harde schijf er aan gehangen en alle gegevens overgeheveld die ik wilde bewaren.

Dus die eerste backup was nogal nutteloos, maar dat maakt niet uit. Beter mee verlegen dan om verlegen, immers.

Alles bij elkaar genomen was ik, dankzij mijn Surface wel al redelijk gewend aan Windows 8...

Maar om het nou op het grote scherm van mijn PC te hebben... Ik weet niet...

vrijdag 28 november 2014

Een nieuw jaar, een nieuwe maand, een nieuw verhaal!

Laat ik het kort houden.

Ieder jaar is NaNoWriMo weer een groot plezier om aan mee te doen en weer een verhaal dat vast zit in mijn kop los te laten en vast te leggen op mijn computer in een documentje dat ik in geen twintig jaar meer zal lezen.

Dit jaar ging het allemaal echter niet zo lekker. Zoals ik eerder al had vermeld, was ik na een paar dagen al tevreden met een lager aantal woorden per dag dan ik gewend ben. De vijfduizend woorden per dag werd al weer vijfduizend woorden per twee dagen, wat netto op een gehalveerd aantal woorden eindigde, natuurlijk.

Het logische gevolg hiervan is dat het verhaal, uiteindelijk, een stuk korter is geworden dan voorheen. In de afgelopen twee jaar had ik respectievelijk 149.000 en 158.000 duizend woorden, terwijl ik dit jaar net boven de 83.000 kwam, dus ik heb fors minder kunnen schrijven.

Helaas waren mijn notities wel berekend op die vijfduizend woorden per dag, dus, zoals je waarschijnlijk wel in kan denken, ik heb ook het verhaal niet af kunnen maken.

Dit jaar is voor het eerst in vier jaar dat ik een verhaal af heb moeten ronden met 'wordt vervolgd'.

Dus, volgend jaar ga ik het af moeten maken. Zo rond het derde kwart van de maand begon ik eindelijk gevoel te krijgen voor het verhaal, dus ik heb goede hoop voor volgend jaar, in tegenstelling tot hoe ik dit jaar begon.

Maar, ondertussen:


We hebben het wel gehaald!

dinsdag 25 november 2014

Het einde en het begin

Afgelopen zondag was het begin van het einde van een campagne van vele jaren.

Een lange tijd geleden, enkele jaren zelfs, werden twee jongedames uitgenodigd om door een van mijn vrienden om geïntroduceerd te worden in Dungeons and Dragons. Eén van de twee kende die vriend van zijn opleiding tot game-programmeur aan de HKU en de andere was een vriendin van de eerste. Het was een unieke kennismaking.

Voor het spel, waar ik ook aan mee deed, gebruikte ik een karakter dat ik al een tijdje klaar had staan en eigenlijk voor een ander spel had willen gebruiken, ware het niet dat ik, door verwarring, voor een ander karakter had gekozen in dat spel. Achteraf gezien, maar goed ook.

Als Mialee zichzelf niet in de rij bij de wachters van Altera had gevonden, had het verhaal misschien heel anders gelopen.

Mialee, elfse Ranger
 De campagne van Mialee, die later als de Altera Campaign bekend werd in onze vriendengroep, begon als een introductiespel met vier geplande sessies. In die sessies redden we een dorp, slopen we door een dwergenstad en leerden we dat de stad werd bedreigd door een Mind Flayer - wezens die je hersenen eten voor ontbijt. Aan het einde hadden we de dwergenstad gered en waren we helden en, helaas, leek dat het einde te zijn van de Altera Campaign.

Gelukkig hadden we allemaal de smaak goed te pakken en smeekten we de Dungeon Master of we niet verder konden gaan. De DM ging akkoord en creëerde twee nieuwe bedreigingen voor de groep om op te lossen - tegelijkertijd. De groep splitste zich op.

Een groep ging naar de stad Lithilien, welke belegerd werd door een leger van schaduwwezens. De andere groep ging naar een zilvermijn, waar de laatste tijd onverklaarbaar allemaal wezens vanuit de diepste planes uit kwamen.

Mialee's dorp en familie waren vernietigd en gedood door drow, die onder andere uit de zilvermijnen kwamen. Zij besloot naar de zilvermijn te gaan en ik maakte een ander karakter voor de reis naar Lithilien.

Melody was een Doppelganger. Ze kon vrijelijk van vorm veranderen en zich voordoen als iedereen die ze minstens een keer gezien had. Ze was ook een man eater in de trant van 'ik kan alles zijn dat je maar wil, schatje', wat grappig was om te doen aan tafel.
 
Melody, Changeling Sorcerer
De groep die naar Lithilien ging kreeg een kristal mee dat schaduwwezens gevangen kon zetten als ze het konden zien. Het plan was om de stad te infiltreren en, wanneer ze binnen waren, het kristal op de hoogste toren te zetten, zodat alle schaduwwezens vast zouden worden gezet in het kristal. Het was een strak plan.

Helaas dolf Melody het onderspit voor ze de stad binnen kon komen, grotendeels door haar eigen hoogmoed en de belofte dat ze het belegerende leger wel even kon infiltreren en van binnenuit kon verzwakken. Het was natuurlijk wel heel leuk, maar het grootste gevecht moest uit worden gevochten zonder mijn inbreng.
 
Het einde van Melody
Gelukkig wonnen de helden en konden, uiteindelijk, alle schaduwwezens gevangen gezet worden. Eén van de karakters, min of meer de leider van de groep, nam het kristal mee en beloofde het in veiligheid te houden.

Ondertussen was Mialee naar de zilvermijnen aan het gaan met enkele nieuwe vrienden en collega's.

Eén van die collega's was Clint Beastwood, een schaduwwezen niet geheel ongelijk aan de schaduwwezens die Lithilien aan het belegeren waren. Hij was groot, sterk en dom, maar toonde aan een goede bondgenoot te zijn toen de groep naar een andere wereld reisde en op zoek ging naar de bron van het portaal waarmee de duistere wezens naar de wereld van Altera kwamen.

Toen ze de bron hadden gevonden, besloot een derde bondgenoot, Nadarr, de sterk magische bron aan te vallen en met een daverende klap open te laten gaan. Een vierde bondgenoot ging meteen aan de slag met het creëren van een nieuw portaal als vluchtweg terwijl Mialee, Clint, Nadarr en twee dwergenbroertjes alles op alles zetten om hem en de slaven die ze hadden bevrijd te beschermen. Uiteindelijk slaagden ze er in om te ontkomen, maar helaas werd Nadarr gevangen genomen en hebben ze hem vervolgens nooit meer gezien.

Toen de groep uit het portaal stapte en het achter hen dicht klapte, stonden ze oog in oog met Tom, de man die had beloofd het kristal met de schaduwwezens veilig te houden. Vrijwel meteen viel Clint aan en vernietigde hij het kristal, waardoor alle schaduwwezens die er in gevangen zaten werden vrijgelaten.

Mialee wilde Clint ter plekke doden. Hij had het werk van haar collega's ongedaan gemaakt en Lithilien opnieuw in gevaar gebracht. Helaas werd haar dat niet toegestaan en, terwijl Clint tot koning van de schaduwwezens werd verheven, vluchtte Mialee de stad uit en ging ze, via een portaal waar ze per ongeluk op was gestuit, weer terug naar de duistere onderwereld, waar ze haar tijd ging besteden aan het doden van de wezens die ze haar hele leven als vijanden had gezien.

Jaren later stapte Akneth, mijn nieuwe drow karakter, door een portaal de wereld van Altera in.

Akneth, Drow Ranger
Akneth was in-en-in slecht, uit op chaos en het doden van zo veel mogelijk elven. Ze was ook geobsedeerd met make-up, want als ze niet voorzichtig was, zouden mensen er nog achter komen dat ze eigenlijk zelf een elf was die niet doorhad dat ze een elf was.

Akneth reisde wat rond, op zoek naar chaos, tot ze er in slaagde om zichzelf gevangen te laten nemen in het dorpje Altera. Het hoofd van de wacht van Altera was net gedood en vervangen door een dwerg genaamd Arya en Akneth had het briljante plan om het nieuwe hoofd ook te doden, in de hoop dat er een incompetentere persoon voor in de plaats zou komen.

Ze slaagde er in om Arya te doden, maar werd helaas uitgeschakeld en gevangen genomen terwijl ze probeerde om te ontkomen. De mensen die haar vingen pakten haar haar uitrusting af, wasten haar, en kwamen er achter dat het Mialee was die onder al die make-up en haarverf zat. Helaas was Akneth niet bereid om te luisteren, wild en woedend, en ze werd vastgeketend met een klein half-elf meisje genaamd Shanine en een dragonborn genaamd G'raug'r.

G'raug'r bevrijdde Akneth van haar bonden en, samen met Shanine, wie een vierde gevangene veranderde in een krankzinnige demon om een afleiding te verzorgen, vluchtten ze uit Altera.

Shanine leidde de andere twee naar haar meesteres, een dwergenmeisje genaamd Sam.

Sam beloofde Akneth en G'raug'r oneindige macht, iets waar de twee graag mee akkoord gingen. Als beloning voor hun belofte kregen ze elk een duivel in hun lichaam gevangen gezet, waardoor ze de macht van die duivel aan konden wenden voor hun eigen doeleinden. Daar zat natuurlijk een contract aan verbonden, waarvan de consequenties verregaand waren als het verbroken werd.

Akneth voerde met veel plezier taken uit voor Sam. De duivel die ze in zich had gekregen had haar lust vertienvoudigd, dus haalde ze er de grootste lol uit om vijanden uit te schakelen en hun bewusteloze lichamen mee te nemen. en te verkrachten, of om diezelfde verkrachtingen uit te voeren op wezens die nog bij bewustzijn waren.

Ik heb een paar keer wat grenzen opgezocht in die periode.

Bij de vernieting van een stad had Akneth een vriend opgedaan, Jule, die met haar mee kwam op verschillende opdrachten. Eén van die opdrachten bracht hen naar een verborgen tempel voor een ondode god genaamd Morbid, waarbij Akneth er uiteindelijk in slaagde om dichter bij de god te komen en zijn religie te accepteren.

Morbid ontbond het contract tussen Akneth en Sam en stuurde Jule en Akneth op reis om een andere volger van Morbid te helpen.

Helaas misdroegen de twee zich onderweg net iets te veel en werden ze gevangen genomen.

Tegen die tijd was Akneth, mede dankzij haar oncontroleerbare lust, zwanger geraakt. Ze beviel in gevangenschap en werd toen, met haar baby, gevonden door Elise.

Elise was al heel lang een soort adviseur van de groep met 'goede' mensen geweest. Ze was een machtige magiër die goed bekend was met Mialee.

Toen Elise Mialee tegenkwam, in gevangenschap en met aanvallen van woede en krankzinnigheid, besloot ze te proberen om Akneth te repareren om Mialee terug te krijgen. Ze slaagde er in, waardoor ze een sterk beschadigde Mialee terug kreeg die zich alle afschuwelijke dingen die ze als Akneth had gedaan nog kon herinneren.

Mialee wilde de schade die ze had gemaakt proberen te repareren en nam alles dat ze aangeboden kreeg om dat te doen aan.

Mialee, vechend om haar fouten goed te maken
Bij een van die opdrachten kwam ze er achter dat Sam niet zomaar willekeurig chaos aan het aanrichten was. Sam was een demon, dat wist Mialee al, en ze was druk bezig met het creëren van een portaal om nog meer demonen de wereld in te krijgen.

Mialee en kornuiten gingen dat natuurlijk voorkomen.

Terwijl ze zich voorbereidden op wat geheid een afschuwelijke veldslag ging worden, maakte Mialee haar eigen voorbereidingen door Elise te vragen of ze de duivel die in haar lichaam was geplant konden versterken. Mialee werd toevertrouwd aan een gouden draak met de juiste connecties, die haar in contact bracht met een afgezant van een duivel.

Het contract dat Mialee afsloot was niet goed. Ze zou 24 uur aan onmetelijke kracht krijgen, maar aan het einde van die 24 uur zou ze haar onsterfelijke ziel kwijt zijn en, in essentie, sterven en voor eeuwig branden in de hel. Ze vond het het waard, om Sam te doden en wraak te nemen voor wat ze Akneth allemaal had laten doen.

Mialee, in haar duivelse vorm
Helaas duurde het niet lang voor het contract met de duivel Mialee corrumpeerde en haar gevoelens van spijt en wil om haar fouten te herstellen subtiel werd omgezet in een drang naar wraak en de wil om de mensen die Akneth hadden gebruikt te doden. Sam stond nog steeds op nummer één, maar helaas wist Mialee ook dat Clint de directe oorzaak was van het ontstaan van de kwaadaardige Akneth. Hij stond voor haar op nummer twee.

Niet dat ze dat vermeldde, natuurlijk. Dat hield ze tactisch stil.

Dus, toen het moment was aangebroken en de vele legers van de wereld tegenover elkaar stonden, was iedereen klaar om te gaan.

De DM had een uniek systeem verzonnen om de DnD regels te gebruiken voor gevechten tussen hele legers. In die regels waren verwijzingen naar en karakters uit het verleden van het spel geplaatst, waardoor er hele lijsten aan namen in stonden. Het was hilarisch om te lezen en de gevechten tussen de legers waren interessant om te zien, vooral vanwege het moraalsysteem dat de DM had verzonnen dat op een gegeven moment leidde tot een massale vlucht van de vijandige legers, maar gelukkig besloten de helden, waaronder dus Mialee, de grootste gevechten te omzeilen en rechtstreeks naar de stad waar Sam zich had verscholen te reizen.

Eenmaal binnen vocht de groep zich door een paar bewakers en stonden ze voor een deur met een puzzel. Het duurde even voor we er doorheen waren, maar uiteindelijk lukte het en kwamen ze aan in een nieuwe hal, welke was gevuld met valstrikken en nog zo'n deur aan het einde. Het was pittig, vooral aangezien we constant werden aangevallen, maar uiteindelijk kregen we ook die tweede deur open en kwamen we de bron van de aanvallen tegen.

Schijnbaar, ergens in een grijs verleden, hadden een paar van mijn vrienden vrij demonische karakters gespeeld. Vier daarvan waren verenigd naar één karakter dat met veel plezier met zeisen en bijlen smeet en iedereen aanviel op zijn eigen manier.

Gelukkig werd hij snel naar een andere dimensie verbannen en was het voor de aanwezige mensen makkelijk om zich voor te bereiden op zijn terugkomst. Toen hij terug kwam, stonden er acht mensen klaar om op hem in te hakken. Dat was ook het moment dat iedereen besloot om hoog kop de dobbelstenen te gooien en er een hoop kritieke voltreffers werden gemaakt. Het duurde daarna niet lang meer, vooral aangezien op dat moment iedereen een enorme moraalboost had gekregen en zware klappen uit begon te delen. Toen de samengetrokken monstrositeit viel, werden zijn wapens, een bijl, een zeis en een staf, opgepakt door de verschillende aanwezigen.

Tegen die tijd waren we al weer ruim zeven uur aan het gamen en besloten we even pauze te houden en eten te halen. Het was wel even nodig na alle opwinding en, door op te splitsen, kon de DM zich alvast voorbereiden op het enorme, afsluitende gevecht dat komen ging.

De groep kwam binnen bij een portaal dat, door Sam, werd opgewekt via een enorm kristal. Door het portaal kwamen schimmen, maar die leken onbelangrijk toen we zagen dat Antakis, een voormalige bondgenoot van de groep, en Shanine bij Sam stonden.

We vielen aan, maar Sam liet de vloer zakken. Mialee had er geen last van, ze had haar duivelse vorm al lang geactiveerd, waar haar vleugels bij kwamen kijken, dus bleef ze hangen terwijl de rest naar beneden viel.

Terwijl Mialee en enkele van de snellere karakters snel aanvielen, werden de mensen in de put die was ontstaan aangevallen door een vernietigende aanval. De paar mensen die er door gegrepen werden kregen er flink van langs, waarna we begonnen met het vernietigen van de demon Sam en haar vrienden.

Het duurde niet heel lang voor we meerdere vijanden tot een bloederig hoopje hadden teruggebracht, zonder zelf echt verliezen te lijden. Ik had zelfs het gevoel dat dingen TE goed gingen, maar dat gevoel verdween snel toen Sam besloot haar ware vorm aan te nemen en een enorme demon werd. Vervolgens voerde ze ook haar afschuwelijke, allesvernietigende aanval weer uit, wat onprettig was te noemen.

We bleven natuurlijk op haar in hakken, ook toen ze naar het portaal, dat nog steeds demonen uit aan het spugen was, begon te lopen. Een van de karakters besloot tussen haar en het portaal in te gaan staan en werd er terstond doorheen geduwd, waar hij neer werd geslagen door de vele demonen die stonden te wachten om er doorheen te komen. Gelukkig (of, in mijn geval, met het verraad in mijn achterhoofd, helaas) slaagden we er wel in om hem weer terug te krijgen, waarna het doden van Sam niet lang meer duurde en mensen begonnen met het uitschakelen van het portaal.

Dat was, min of meer, het moment dat Mialee besloot dat het tijd werd om Clint uit te schakelen. Doel één was bereikt, dus werd het tijd om doel twee te gaan volbrengen.

Helaas besloot de duivel die in haar zat op haar in te praten. Ze werd overtuigd om eerst Clint te martelen door zijn vrienden voor zijn ogen te doden, dat zou hem immers meer kwetsen.

Maar de andere mensen waren met nog veel te veel en waren lang niet zo gewond als Mialee had gehoopt. Ze kreeg er twee goeie klappen in, voor ze werd teruggedreven en er een bijzonder sterke demon achter haar aan kwam. Zelfs de tussenkomst van Jillian, de onzichtbare moordenaar waarvan iedereen dacht dat hij dood was, kon haar niet helpen, dus werd ze gedwongen om te vluchten.

Hoewel de missie volbracht was, was het laat en herinner ik me nog heel goed de frustratie die ik voelde terwijl we afscheid namen en ik naar huis reed. Het was een fantastisch spel geweest en we hadden natuurlijk het overkoepelende doel bereikt, maar toch vond ik het jammer dat mijn persoonlijke doelen niet volbracht waren.

Al is het waarschijnlijk wel beter, aangezien anders echt iedereen dood was geweest. Het zou een deprimerend einde zijn geweest...

Nu hebben we een hoop afgerond en kunnen we eindelijk eens aan wat nieuws beginnen. De Chaos Nobles staan al op ons te wachten, dus dat gaat een ding worden...

donderdag 13 november 2014

Hard aan het werk

Geloof het of niet, maar, met NaNoWriMo in full swing, heb ik het drukker dan ooit.
Ik heb een baan die vereist dat ik hard werk, ik probeer fit te blijven met de thirty day challenge, regel nog steeds de financiën van mijn scoutinggroep en ben ondertussen ook nog bezig met het schrijven van een verhaal.

Alleen die laatste gaat niet zo heel goed.

De taken die voor mijn eerste dag werden besproken (of, in ieder geval de first drafts daarvan) had ik op werkdag drie al afgerond. Ik ben nog steeds aan het wachten op de feedback van de directie, wie ik assisteer, dus momenteel is het werk wat rustiger.

Dat betekent niet dat ik niets doe. De mensen zijn gezellig en hebben altijd wel een babbeltje klaar. Ik help hier en daar, haal koffie en thee voor de mensen (ik houd immers kantoor bij de Huiswerkschool Almere, dus zijn er regelmatig mensen die daar behoefte toe hebben) en zorg er zelf echt wel voor dat ik me niet verveel. Dat is geen probleem.

De Thirty Day Abs Challenge verloopt ook gestaag. Ik zit inmiddels op dag 23 en, ik wil me niet uitsloven, het begint inmiddels wel een beetje zichtbaar te worden.

Ladies, contain your orgasms.

Als ik Abs challenge heb afgerond, houd ik even rust tot de 24ste. Ik heb op 21 en 22 november kamp en zal op 23 november eindelijk de afsluiting van onze enorm uit de hand gelopen Altera campaign gaan spelen (ik blijf een D&D nerd). Verwacht daar een gedetailleerd rapport van, trouwens.

Daarna is het plan om mijn focusgebied wat te verplaatsen en de Thirty Day Arms Challenge te gaan doen. Na de laatste challenges heb ik het wel een beetje gehad met die crunches, waarvan ik er inmiddels weer 150 moest doen. Het gaan er eerst meer worden, voor het er minder worden.

In het kamp dat ik zojuist noemde is iets meer werk gaan zitten dan ik had verwacht. De planning van het kamp is, verrassend genoeg, helemaal gemaakt door een van onze verkenners, dus hoefden we dat alleen maar na te kijken en te controleren dat er geen onhaalbare dingen in stonden (het budget klopte, bijvoorbeeld, niet helemaal, maar daar hebben we gezellig met haar aan gezeten). Ik ging er van uit dat het allemaal wel goed ging komen.

Helaas hadden we, door een onoplettend momentje, de optie op het clubhuis waar we gingen overnachten laten verlopen en waren er andere huurders in gelaten.

Oeps.

Lang verhaal kort: in de afgelopen week ben ik er achter gekomen hoe het is om in allerijl nog een clubhuis te regelen voor een kamp dat twee weken later gehouden wordt. Het vereiste nogal wat rondbellen en, uiteindelijk, een gouden tip van een andere groep die zelf niet konden verhuren, maar het was gelukt. De Verbraak Margrietgroep uit Harderwijk gaat volgende week de Aeruginosustroep van de Cornelis Lelygroep uit Almere huisvesten voor een paar nachten.

Maar helaas gaat NaNoWriMo niet zo fantastisch. Ik ben er al meerdere dagen niet in geslaagd om mijn dagelijkse 5000 woorden te halen en ben al bijna een week lang allang tevreden als ik die 5000 woorden, en dus ook dat hoofdstuk, in twee dagen doe, in plaats van in één.

Op dag zes werd ik er al voor gewaarschuwd in een van de regelmatige communicaties tussen de regionale organisatoren en de schrijvers. Week twee wordt, over het algemeen, Hell Week genoemd. Dat is het moment dat je aan jezelf begint te twijfelen, je verhaal niets meer vindt, en niet langer meer zo zeker weet of je het nog wel gaat halen. Alles verloopt gewoon wat stroever.

In de voorgaande jaren heb ik hier nooit echt last van gehad. Ik wist altijd wel lekker door te tikken, grotendeels omdat ik lekker in mijn verhaal zat en er ook in bleef zitten. Ik schreef stug door, ook als het even niet wilde lukken, maar dit jaar lukt het gewoon niet echt om die koppigheid weer op te roepen.

Dus, een lang verhaal kort, ik verwacht vandaag, drie dagen te laat, door de 50.000 woorden heen te breken. Toen ik het gisteravond op gaf, halverwege een bijzonder ongemakkelijk stukje waarin de hoofdpersoon onhandig flirt met een meisje dat niet kan spreken, stond ik op de 49.697 woorden, dus dat mag geen al te grote uitdaging vormen, denk ik zo.

Mijn doel voor vandaag ligt alleen wel wat hoger. Om in de trend van '5000 per twee dagen' te blijven, wil ik vandaag op minimaal 52.597 woorden eindigen.

Dat is een iets grotere uitdaging...

dinsdag 4 november 2014

Snelheid

Met dag vier van NaNoWriMo hard onderweg, heb ik net een streep gezet onder mijn vierde hoofdstuk. Ik probeer altijd een hoofdstuk per dag te schrijven, zodat de hoofdstukken van een consequente lengte zijn - uitzonderingen daargelaten, natuurlijk. Ik wil iedere dag minimaal 5000 woorden schrijven, dus de hoofdstukken zijn, over het algemeen, tussen de 5000 en 5500 woorden lang.

Uitschieters daargelaten, natuurlijk.

Dus, toen ik hoofdstuk vier vandaag afrondde had ik, in totaal, 22028 woorden op papier staan. Met een proloog en vier hoofdstukken komt dit neer op, ruwweg, 5250 woorden per hoofdstuk en 5500 woorden per dag (de website van NaNoWriMo houdt zo veel mooie dingen bij). Naar mijn maatstaven zijn dat gemiddelde hoeveelheden, zoals ik al meerdere keren uitsloverig heb verteld. Gemiddeld zou dat mij twee en een half uur moeten kosten, maar helaas duurt het de laatste dagen allemaal net iets langer.

Ik ben dan ook een stukje drukker. Het is een klein wonder dat ik er tot nu toe in geslaagd ben om iedere dag mijn stukje te schrijven.

Als ik kijk naar mijn vrienden op NaNoWriMo, de medeschrijvers die, samen met mij en duizenden anderen, hard proberen om ook die 50.000 woorden op papier te zetten voor het einde van de maand, zie ik altijd dat er een hoop mensen zijn die het niet zo makkelijk af gaat. Van de mensen in mijn cirkel schiet ik vaak snel weg van de rest en laat ik hen achter in het stof.

We hadden immers al vastgesteld dat ik snel kan schrijven.

Maar van een van de mensen moet ik zeggen dat ik toch wel heel trots op hem ben dat hij gaat zoals hij gaat. Twee jaar geleden was het hem gelukt om zijn verhaal, op het nippertje af te ronden. Vorig jaar was hem dat niet gelukt. Dit jaar had hij wat tegenslagen te verduren gehad betreffende sollicitaties en werk zoeken (net zoals ik), maar gisteren was het hem gelukt om door te breken naar de vijf cijfers.

Voor de ongeïnitieerden, op de website van NaNoWriMo wordt het aangeraden om iedere dag minstens 1667 woorden te typen om die 50.000 te halen voor het einde van de maand. Als je iedere dag 1667 woorden typt, breek je op dag 30 door de 50.000 heen, dus dat is genoeg.

Op dag 3 zou je dus 5000 woorden moeten hebben.

Mijn eerste gedachte toen hij trots aankondigde, ik heb de 10.000 doorbroken, was 'dat heb ik gisteren al gedaan. Ik ga al richting de 17.000'.

Foei.

Dat ik snel ben, stond al vast.

Dus, good for you, is wat ik zeg. Ga zo door, je hebt al minstens twee keer zo veel geschreven als nodig is om het te halen en, als je zo door gaat, haal je die 50.000 woorden wel!

Heel veel mensen vinden de 50.000 een intimiderend getal. Mensen zien hun buddies wegschieten, mensen die op dag vier al bijna halverwege zijn, of op dag één al zo goed als klaar zijn (ik heb zelf, bij de toppresteerders, mensen gezien die op dag één al bijna de 100.000 woorden aantikken, ook al vraag ik me een beetje af hoe legitiem dat is...), en raken er door ontmoedigd. Als een sterk onzeker persoon weet ik hoe dat gaat, dat je ziet hoe anderen beter presteren en dat je dan gefrustreerd raakt omdat het jou niet zo goed lukt.

En alles dat ik kan zeggen is, niet doen!

Er zijn genoeg mensen die er niet in slagen om de uitdaging af te ronden!

Sommige mensen hebben een leven! Sommige mensen, zoals ik, vinden het leuker om een groot deel van de dag te besteden aan schrijven en om die grafiek op de website te vullen met allemaal stijgende lijntjes!

Als je er aan twijfelt om mee te doen (dit jaar ben je misschien wat laat, maar er is altijd volgend jaar nog!), moet je het gewoon eens proberen! Er is geen schaamte in het niet halen, omdat de uitdaging geen wedstrijd is. Er zijn gewoon wat overpresteerders die soms net wat te hard werken.

Ik zou graag eens het verhaal van een collega-WriMo lezen, van iemand die er gewoon voor is gaan zitten en is gaan schrijven, zonder na te denken over het halen van aantallen of, zoals veel mensen doen, over wat er allemaal moet gebeuren in het verhaal.

Echt waar.

vrijdag 31 oktober 2014

Jaarlijkse Evenementen

Mensen die mij al langer kennen, weten dat er, over het algemeen, twee evenementen zijn waar ik ieder jaar opnieuw weer aan mee doe.

Over het algemeen houd ik heel erg van vastigheid, dat ik weet waar ik aan toe ben en wanneer mij iets te wachten staat. Jaarlijks terugkerende evenementen helpen daar heel goed mee, aangezien ik weet dat ze er aan komen en ik me er dus afdoende op kan voorbereiden.

Een voorbeeld van zo'n evenement zou het jaarlijks terugkerende zomerkamp zijn, waarbij ik met mijn verkenners een week lang op pad ga en na die week moe, chagrijnig en voldaan weer terugkeer naar huis. Dat is echter niet echt relevant op het moment.

Met november om de hoek is het voor de mensen die mij kennen echter wel duidelijk wat er aan de hand is en wat er aan zit te komen.

Al sinds 2010 doe ik ieder jaar mee aan NaNoWriMo, het jaarlijkse schrijfevenement waarin je dertig dagen besteedt aan absolute literaire overgave en alles op alles zet om, in die dertig dagen, een min of meer samenhangend verhaal van minstens 50.000 woorden op papier te zetten. Kwantiteit neemt duidelijk de voorkeur over kwaliteit en iedereen wordt aangeraden om in ieder geval iedere dag minimaal 1.666 woorden te schrijven om maar dat minimum van 50.000 woorden te halen.




Toen ik vorig jaar, in 2013, de uitdaging voor de vierde keer op rij met succes had afgerond, vroeg ik me af of ik dit jaar mijn gebruikelijke modus operandi aan moest passen. Ik had er zelfs een blogje over gepend destijds, waarin ik me af vroeg of het misschien beter zou zijn om mijn dagelijkse quota van 5.000 woorden te verhogen naar 7.500 woorden, maar uiteindelijk besloot ik dat het, naast een fulltime baan, waarschijnlijk onmogelijk zou zijn om vol te houden.

Toen ik dat blogje pende, kon ik natuurlijk niet voorzien dat ik van begin mei tot nu druk bezig zou zijn met vruchteloos werk zoeken en dat ik er, tot gisteren, van uit ging dat ik november werkloos in zou gaan. Maar na wat ik vandaag te horen kreeg, begon ik te vermoeden dat ik misschien toch een beetje een vooruitziende blik had.

Inderdaad, vandaag werd ik gebeld door de jongen met wie ik gisteren een sollicitatiegesprek heb gehouden. Hij en zijn compagnon waren tijdens het gesprek al sterk positief en begonnen al met dingen te komen die ik bij hen in het bedrijf zou kunnen doen, maar ze wilden het er eerst nog even over hebben zonder mij erbij. Ze zouden me terug bellen en vanmiddag hebben ze dat dan ook gedaan. Er zijn nog wat formaliteiten af te ronden, maar we zijn het er alledrie mee eens dat ik het beste zo snel mogelijk kan beginnen als directieassistent.

Nu is het natuurlijk fantastisch om een baan te hebben, ook al is het een sterk gesubsidieerde baan die mij maar 500 euro per maand oplevert, ik krijg eindelijk de kans om wat relevante werkervaring op te doen die niet van de Albert Heijn komt. Het betekent echter wel dat ik niet alleen verwacht wordt om fulltime beschikbaar te zijn, ook wordt er van mij verwacht dat ik flexibel ben met mijn tijden. Het kan zijn dat ik de ene dag gewoon van negen tot vijf aan het werk ben met een project en dat ik de hele dag ongestoord aan de slag ben, maar het kan ook zijn dat de directie naar een evenement moet en een BOB nodig heeft.

De kans is dus redelijk aanwezig dat ik die dagelijkse 5.000 woorden niet ga halen, puur omdat ik het, naast de Albert Heijn, Alltime BV en alle andere dingen die ik regelmatig doe (Dungeons and Dragons met mijn vrienden, de 30 day challenges, scouting...), gewoon te druk heb om die twee en een half uur per dag uit te trekken...

Dit jaar is, na 2010, ook het jaar dat ik me, naar mijn idee, het slechtste heb voorbereid op het verhaal dat ik ga schrijven. In 2010 kreeg ik voor het eerst van een vriend te horen dat er een concept is als NaNoWriMo, en die vriend nodigde mij ongeveer vijf dagen voor het evenement daadwerkelijk begon uit om er ook aan mee te doen, omdat hij wist dat ik ook van schrijven hield. Ik besloot toen om, in alle haast, een concept waar ik al een tijdje mee speelde uit te gaan werken, maar het was redelijk gehaast en de notities die ik in die vijf dagen had gemaakt waren niet genoeg om naar het einde van het verhaal te leiden.

Uiteindelijk was het wel genoeg om de 50.000 woorden te halen en heb ik, uiteindelijk, dat verhaal en het vervolg er op ook uitgegeven.

 
Dit jaar heb ik me ook weer beroerd voorbereid. De notities die ik heb zijn goed voor de helft, misschien tweederde van het verhaal dat ik wil schrijven, maar dat betekent niet dat ik het verhaal niet af zou kunnen ronden. Ieder jaar zie ik weer dat, als ik een beetje in de zone ben, mijn karakters het verhaal over nemen en het in richtingen sturen die ik zelf nog niet eens bedacht had. Ieder jaar zie ik weer dat het einde dat ik uit mezelf tik vaak beter is dan het einde dat ik gepland had, waarbij ik mijn notities vaak zelfs nog wat aanpas, als ik ze al had.

Ik heb er dus wel wat vertrouwen in.

Het tweede jaarlijkse evenement waar ik het over wilde hebben neemt gelukkig niet zo veel tijd in als NaNoWriMo, puur aangezien het weinig directe aandacht van me nodig heeft.

Ieder jaar in november laten mannen van over de hele wereld hun snor staan om aandacht te trekken en geld in te zamelen voor prostaatkanker. Ze noemen het Movember.




Hoewel ik tot nu toe niet heel serieus heb meegedaan en ik het meer gebruikt heb als een reden om me gewoon een maand lang helemaal niet te scheren, heb ik dit jaar besloten om in ieder geval mijn snor te laten staan, te onderhouden, en er voor te zorgen dat het ook alleen de snor is die ik laat staan. Ik doe het nog niet om geld in te zamelen, grotendeels omdat ik niet echt een idee heb hoe ik in vredesnaam sponsors moet werven voor het concept 'ik ga een maand lang mijn snor laten staan'...

Vanavond om middernacht tikt de klok door naar morgen. Vanavond om middernacht gaat november in en beginnen de twee evenementen waar ik ieder jaar weer met veel plezier naar uitkijk...

Ik heb er weer zin in!

donderdag 30 oktober 2014

Minder dan fantastisch

Toen ik schreef over het doen van de 30-day challenges, maakte ik me heel veel zorgen over het feit dat ik moeite zou hebben met het volhouden van de uitdagingen. Dat zou kunnen komen door een gebrek aan motivatie of uithoudingsvermogen, maar misschien ook nog doordat mijn leven in de weg zou komen te zitten. Ik zou het te druk kunnen hebben, niet genoeg tijd op een dag kunnen vinden om het met een redelijke inzet te doen, of misschien zou ik het wel vergeten. Ik ben en blijf immers een mens, ook al zouden veel mensen willen beweren dat ik beter ben.

Waar ik geen rekening mee had gehouden, was dat ik ook een normaal lichaam heb. Hoewel ik, dankzij een uitstekende opvoeding, een goede gezondheid heb, ben ik nog steeds in staat om ziek te worden.
De afgelopen week was ik dan ook niet helemaal in orde. Dinsdag avond, aan het einde van een helse nacht op het werk waarbij het de eerste keer was dat ik echt alleen moest sluiten, begon het eerste gevoel van een griepje al. Ik stond wat wankel op mijn benen en voelde me een beetje lichthoofdig. Destijds gaf ik de schuld aan het feit dat ik een drukke dag achter de rug had, aangezien ik vanuit het buurthuis bijna rechtstreeks naar de Albert Heijn was gegaan, met alleen maar een tussenpauze thuis om snel even wat eten in mijn mond te proppen.

De volgende ochtend werd ik wakker met wat ik zelf beschreef als een prop in mijn keel. Ik had het gevoel dat er iets vast zat, net aan het begin van mijn keel, maar besefte al snel dat het niet iets fysieks was. Mijn keel was gewoon sterk geïrriteerd en deed pijn. Dat soort dingen gebeuren en ik ben gewoon mee gegaan met mijn moeder om haar weer te helpen met haar klasje van meerbegaafden.

Nu ben ik opgevoed om me niet aan te stellen. Als ik me een beetje ziekjes voel zal ik eerder gewoon koppig doorgaan of, als het echt heel erg wordt, twee paracetamol achterover slaan voor ik ergens mee bezig ga dan dat ik een thermometer pak om mijn temperatuur te meten. Donderdag ochtend voelde ik me echter beroerd genoeg om toe te geven dat ik niet helemaal in orde was, dus ik nam mezelf voor om het even wat rustiger aan te doen de komende dagen.

Op vrijdag avond gaf mijn teamleider van scouting het vervelende nieuws dat hij ook griep had en dat zijn stem helemaal weg was. Dat was wel nadelig, aangezien we de volgende dag gingen installeren en ik de enige andere geïnstalleerde leiding was. Onze derde leiding zou die dag geïnstalleerd worden.

Dus ik heb op zaterdag de vier nieuwe verkenners en de nieuwe leiding officieel verwelkomd in onze groep, waarbij een lid van het bestuur aanwezig was om de leiding te installeren. Ik had met mijn teamleider nog snel, op fluistertoon, de ceremonie doorgesproken, en daarna viel het allemaal op mijn schouders. We begonnen de ceremonie met de melding dat twee van de leiding niet helemaal lekker waren en dat we het op prijs stelden als iedereen het een beetje rustig aan zou doen, wat tot onze verrassing tot meer rust leidde dan we tot dan toe mee hadden gemaakt bij het installeren.

Op zondag ben ik weer aan de slag gegaan bij de Albert Heijn. Ik voelde me 's ochtends slechter dan ik me zaterdag had gevoeld, maar, zoals ik hierboven al had vermeld, met twee paracetamol achter mijn kiezen was ik aan de slag gegaan en, hoewel het laat werd, hebben mijn team en ik het die dag toch ook maar weer geklaard. De koppenploeg leiden gaat bij mij, gelukkig, al meer op de automatische piloot, iets waarvan ik hoop dat het snel op de 'normale' doordeweekse avonden komt.

Maandag voelde ik me eindelijk beroerd genoeg om, na een kop koffie 's ochtends vroeg, te beslissen dat ik die dag maar eens in bed door zou brengen. Met 'The Sleeping Dragon' ben ik de dag wel door gekomen en ik heb het boek bijna in één ruk uitgelezen (de dag ervoor had ik ook al tachtig pagina's gelezen...). 's Avonds ben ik wel gewoon naar mijn yoga gegaan, maar bij een paar van de intensievere oefeningen moest ik toch besluiten om ze uit te zitten en mijn beroerde kop wat ademruimte te geven.

Dinsdag was mijn koppigheid eindelijk voorbij. De avond ervoor voelde ik me al niet zo denderend, maar besloot ik om mijn wekker gewoon op tijd af te laten gaan om me, eventueel, ziek te kunnen melden voor de Albert Heijn.
Die nacht heb ik alle uren meegemaakt, grotendeels omdat ik mezelf om het uur wel een keer wakker kuchte en dan even snel naar de klok op mijn radio keek. Het idee van 'ik kijk wel hoe ik me voel' werd al snel 'waarschijnlijk meld ik me gewoon ziek' in de loop van de nacht.
In de ochtend voelde ik me echter bijzonder redelijk en besloot ik toch maar gewoon mijn temperatuur te nemen. Ik had geen abnormale verhoging, dus ben ik gewoon weer naar het buurthuis gegaan en daarna, na een snelle maaltijd thuis, meteen weer door naar een helse dag bij de Albert Heijn.

Woensdag was ik bijna helemaal okay. Die dag ging best goed. Net zoals vandaag.

Maar, ondanks alle dagen dat ik me beroerd voelde, mag ik toch best trots zijn om te zeggen dat ik geen enkele dag van de 30-day abs challenge heb laten schieten. Hoe beroerd het ook ging, altijd heb ik wel een kwartiertje genomen om even die oefeningen te doen.
Misschien was het niet de meest gezonde optie, maar, zoals altijd, vandaag ben ik weer okay en is het beroerde gevoel praktisch weg.

Even afkloppen.

vrijdag 24 oktober 2014

Fantasy boeken...

Ik ben natuurlijk niet de enige persoon die af en toe wel eens een blogje schrijft. Ik volg genoeg blogs, grotendeels over mijn grote hobby Dungeons and Dragons, waarbij verschillende onderwerpen over het spel en de dingen er omheen behandeld kunnen worden.
Recentelijk zag ik, op een blog genaamd 'Dungeon's Master', een discussie over het 'spelen van jezelf', in plaats van het spelen van een karakter dat je hebt gemaakt en een persoonlijkheid hebt gegeven. Ik herkende mezelf er in, omdat ik ooit eens een concept voor een boek of verhaal had bedacht waarin ik mezelf min of meer zou moeten schrijven. Ik had zelfs een begin gemaakt, maar ik merkte al snel dat ik mezelf niet herkende in wat ik schreef en dat ik, bijna automatisch, terug greep naar een standaard heroïsche persoonlijkheid.

In de blogpost wordt geschreven over een serie boeken genaamd de 'Guardians of the Flame', geschreven door Joel Rosenberg (overleden in juni van 2011), waarmee een goed voorbeeld werd gegeven van mensen die 'zichzelf' speelden in hun favoriete Fantasy Role Playing Game. De schrijver van het blog vertelde dat, hoewel de serie tien boeken besloeg, het na boek vijf aanzienlijk minder goed werd, omdat de hoofdpersonen op dat moment allemaal overleden waren en het verhaal werd overgenomen door hun nageslacht. Naar zijn idee haalde het te veel van het originele concept af, terwijl juist het originele concept een belangrijk deel was geweest voor hem.
Nu ben ik iemand die het altijd leuk vindt om te lezen. Vroeger deed ik het een heleboel in mijn vrije tijd en verslond ik het ene boek na het andere, maar tegenwoordig doe ik het meer terwijl ik in de trein of bus zit en maar zelden als ik thuis zit, waardoor het allemaal wat langzamer gaat. Dat betekent echter niet dat ik het niet meer leuk vind, ik heb 21 boeken van de Horus Heresy serie liggen (en dat zijn ze nog lang niet allemaal), waarvan ik gisteren toevallig boek 17 heb afgerond, maar toen ik de lovende woorden van de schrijver over de boeken las, besloot ik simpelweg om het eerste boek te kopen en de Horus Heresy even te laten liggen. Die zou voorlopig toch nog nergens heen gaan, het zou alleen betekenen dat ik wat meer in te halen zou hebben.
Op Bol.com kon ik het eerste deel, The Sleeping Dragon, niet meer nieuw kopen. Het was al een erg oud boek, maar er was nog wel een antiquariaat dat een kopie had en tweedehands wilde verkopen.
Voor een tientje, inclusief verzendkosten, kon ik het gewoon niet laten.

De originele kaft
 
Vandaag, vroeg in de middag, werd een pakketje door de brievenbus heen gegooid. Het was simpel, bruin papier met een nette sticker er op geplakt met mijn naam en adres er op, dus ik had wel zo'n donkerbruin vermoeden van wat er in het pakketje zou zitten. Met een mesje sneed ik voorzichtig door het net opgeplakte plakband heen (alle hulde voor de persoon die het had ingepakt!) en al snel had ik het boek voor me liggen.
Ik schrok een beetje. De aanbieding op bol.com zei dat het boek nog in een goede staat was, iets dat ik absoluut niet kon ontkennen. De kaft had een minimale kreukel van het openen aan de kant van de rug en er zat minimale schade in de hoeken, maar dat zijn allemaal dingen die je verwacht van een tweedehands boek. Het had er veel slechter uit kunnen zien.
Nee, waar ik van schrok waren de pagina's. De buitenste randen van het papier waren al zo vergeeld dat ze bijna okergeel genoemd konden worden. Met een beetje zorgen sloeg ik het boek open, maar zag tot mijn opluchting dat het met de binnenkant van de pagina's wel mee viel met die vergeling. Het was nog goed te lezen, maar ik wist wel dat ik voorzichtig met de pagina's om zou moeten gaan.
Zoals altijd, draaide ik het boek meteen om en begon ik de samenvatting op de achterkant te lezen. Hoewel de rugteksten naar mijn smaak vooral bedoeld zijn om twijfelende mensen in de boekenwinkel over te halen het boek toch te kopen, vind ik dat ze me ook een goed begin geven om in de smaak van het boek te komen.

It began as just another evening of Fantasy gaming, with James, Karl, Andrea, and the rest ready to assume their various roles as wizard, cleric, warrior, or thief.
But sorcerous gamemaster Professor Deighton had something else planned for this unsuspecting group of college students.
And the "game" soon became a matter of life and death as the seven adventurers found themselves transported to an alternate world and into the bodies of the actual characters they had been pretending to be.

Cast into a land where magic worked all too well, dragons were a fire-breathing menace, and only those quick enough with a sword or their wits survived, the young gamers faced a terrible task.
For the only way they would ever see Earth again was if they could find the legendary Gate Between Worlds - a place guarded by the most terrifying and deadly enemy of all...

Best een goede manier om mensen op de hoogte te brengen van het algemene plot van het boek, maar terwijl ik dit aan het lezen was, moest ik heel erg denken aan een serie waarin iets vergelijkbaars plaats vond...

 

Ik moest grinniken toen ik hieraan dacht en begon, puur voor de lol, het bovenstaande filmpje op te zoeken op YouTube. Toen zag ik dat de tekenfilm eigenlijk al best oud was, uit 1983 alweer...
Ik keek naar het boek, sloeg het open, en zag de eerste druk: november, 1983.
Toen begonnen er radertjes te draaien in mijn hoofd. Als meermalig deelnemer aan NaNoWriMo weet ik dat het mogelijk is om een manuscript neer te zetten in een maand of minder, maar als iemand die ook een paar boeken heeft uitgegeven en zijn bachelorscriptie heeft gebaseerd op het uitgeefproces weet ik dat er een langdurig proces tussen het afronden van het manuscript en het uitgeven van de eerste druk zit.
Dus ik ging nog wat verder zoeken, in de hoop dat dit toeval was en dat dit niet een boek was dat op zijn minst sterk geïnspirereerd was door een (middelmatige) tekenfilmserie gericht op jonge tieners. De serie was begonnen in 1983, hetzelfde jaar als de eerste druk van The Sleeping Dragon, maar na wat rondgraven (lees: schaamteloos Wikipedia lezen) kwam ik er achter dat de serie liep van 17 september, 1983 (eerste uitzending van de eerste aflevering) tot 7 december, 1985 (eerste uitzending van de laatste aflevering). Met de kennis van het uitgeefproces die ik in mijn bezit heb, denk ik wel te kunnen concluderen dat Rosenberg zijn inspiratie niet uit de Dungeons and Dragons serie heeft gehaald.

Wat echter niet valt te ontkennen is dat het hoogstwaarschijnlijk wel is gebaseerd op het rollenspel Dungeons & Dragons (DnD), waarvan de eerste editie in 1974 uitkwam en de verbeterde, gecorrigeerde en uitgebreidde versie 'Advanced Dungeons & Dragons' (ADnD) uit was gekomen in 1977. Zelfs de eerste pagina van het boek beschrijft een situatie zoals je die typisch in een DnD spel tegen komt:

"You find yourselves on a hilltop, overlooking a vast walled city," the professor began. "Beside your party is a collection of large wooden boxes. You have no recollection of how you got to this hillside, and the only possibility that suggests itself is too incredible to be taken seriously..."
"What are we going to do about these boxes?" Andre asked.
"Open them, of course," Doria answered.
"Okay, fine, I'll open them."
"No, don't-"
"As the first box is opened, you are overwhelmed by a rush of..."
James Michael couldn't hear the rest; a rus of sound like the roar of an impossibly loud, impossibly near jet buffeted his ears; acrid smoke invaded his nostrils until he found himself on his knees in a coughing spasm, his tearing eyes jammed shut.
When he opened his eyes again, James Michael was standing on the side of a grassy hill, a dwarf with an axe in his hands...

Hoewel het wel een beetje cliché is, zet het duidelijk de toon en toont het ook meteen aan dat, ja, dit was waarschijnlijk sterk geïnspireerd door een snel aan populariteit winnend rollenspel. En dat mag, er is immers niets mis met je laten inspireren door iets of iemand anders.
Het betekent voor mij alleen maar dat het begin heel interessant gaat worden, en dat ik hoop dat er nog meer herkenbare dingen terug gaan komen...

woensdag 22 oktober 2014

30-day challenge

Inmiddels alweer een lange tijd geleden, kwam ik voor het eerst in aanraking met het fenomeen van de 30-day fitness challenge. Het was een concept dat was ontwikkeld om iemand over de loop van 30 dagen in staat te maken om een grote hoeveelheid herhalingen van een bepaalde oefening te doen. De 30-day challenge waar ik destijds van hoorde bracht je van 50 squats op dag 1, helemaal naar 250 squats op dag 30.
Destijds leek het me niets voor mij. Ik had het idee dat het niet iets was dat ik af kon maken, grotendeels vanwege het feit dat ik de neiging heb om compromissen te sluiten met mezelf. Dan dacht ik dingen als 'als ik morgen voor twee dagen doe, hoef ik het vandaag niet te doen' als ik het uitzonderlijk druk had die dag. De volgende dag deed ik er dan maar een, misschien omdat ik het vergeten was... of zou ik gedemotiveerd raken en besluiten er maar helemaal mee op te houden.
Met die dingen in mijn achterhoofd heb ik er destijds dan ook voor gekozen om helemaal niets te doen met het concept en het lekker links te laten liggen. Niemand kon me dwingen en, zolang ik er niks over zou zeggen, zou ook niemand het weten.

Het idee van de 30-day challenge is lang verbannen geweest naar mijn achterhoofd. Waar je niet aan denkt, heb je immers geen last van.
Ruim een jaar later, echter, kwam ik op een website een plaatje tegen met 'we challenge you!' en daaronder vier verschillende uitdagingen die je fitheid zouden moeten bevorderen. Ik besloot het ondenkbare te doen en de uitdaging aan te gaan, mijn eigen kleine onzekerheden even vergetend. Ik printte de afbeelding uit, plakte hem uitdagend op de deur van mijn kamer en ging gelijk aan de slag.
De eerste dag bestond uit 50 squats, 5 push-ups, 20 seconden planking en 25 crunches. Het werd mij beloofd dat ik aan het einde 250 squats, 50 push-ups, 5 minuten planking en 150 crunches zou moeten kunnen doen, iets waar ik skeptisch over was, maar wat ik graag zou zien gebeuren.
30 dagen later, op 21 oktober, was de laatste dag. Ik had aardig wat moeten schipperen om iedere dag de oefeningen te kunnen doen, waaronder eerder opstaan en harder rijden om mijn afspraken nog te kunnen halen, maar ik had bijna iedere dag de oefeningen gedaan. Alleen voor de laatste dag moest ik een beetje vals spelen, omdat dinsdag de vaste dag voor mijn vrijwilligerswerk bij het EveNaarHuis is en ik die avond ook nog op mijn werk moest zijn. Ik had amper tijd om te eten tussen de twee activiteiten door, dus besloot ik om de dag ervoor, wel ná middernacht, de oefeningen alvast te doen, zodat ik niet hoefde te zeggen dat ik aan het eind alsnog had gefaald.


Het was duidelijk dat sommige oefeningen makkelijker waren dan anderen. De squats heb ik iedere dag in één keer kunnen doen, al werden ze tegen het einde wel vervelend en kreeg ik het gevoel dat mijn benen er zwaarder van langs kregen dan de bilspieren die er door getraind moesten worden. De pushups moest ik tegen het einde, vanaf het moment dat het er 30 waren, toch echt in twee keer doen. Planking lukte me echt niet langer dan 3,5 minuten achter elkaar voor ik echt in elkaar stortte, dus ben ik, toen het vier minuten werd, begonnen met ze in twee sets van twee minuten te doen, en twee sets van 2,5 minuut voor de laatste dag.
De crunches waren het pittigste, maar daar zag ik ook de meeste vooruitgang in. In het begin haalde ik er amper tien achter elkaar, maar de laatste dag deed ik de 150 crunches in drie sets van 50, dus dat was zeker een positief ding.
Wat, denk ik, heeft geholpen, is dat ik de afbeelding heb uitgeprint en dat ik actief bij ben gaan houden wanneer ik een oefening af had gerond. Als ik een dag geen kruisje bij elke oefening had kunnen zetten, was die lege plek me aan gaan kijken en was ik er waarschijnlijk helemaal mee opgehouden, maar het was elke keer toch weer een bevredigend gevoel om die vier kruisjes te kunnen zetten en voor mezelf te zeggen dat ik het toch weer goed heb gedaan.

Ik weet eigenlijk niet wat de bedoeling is met de 30-day challenges, nadat je ze afgerond hebt. Als ik ze laat liggen was het natuurlijk allemaal voor niets en is het slechts een kwestie van tijd voor ik weer helemaal terug bij af ben, maar het idee om nu iedere dag de 30ste dag van de challenge te gaan doen staat me ook tegen.
... Daarom heb ik besloten om een andere route in te slaan. In plaats van helemaal niets te doen, ga ik door met een andere challenge. In dit geval wordt het de '30-day Ab Challenge' genoemd, in de hoop dat ik toch nog iets van buikspieren kan ontwikkelen.


Ik weet wel al dat ik een weekend met scouting ga hebben, tegen het einde van november, dat me sowieso in de weg gaat zitten. Ik hoop alleen maar dat het niet in de weg van de fitness gaat zitten, omdat het nogal ongemakkelijk zal zijn als ik tijdens zo'n weekend met allemaal verkenners om me heen opeens fitness oefeningen ga doen...

woensdag 15 oktober 2014

Gears of War... Met familie

Alweer een tijdje terug, in juli van 2013, heb ik een beschrijving gemaakt van de verschillende games die ik niet in ging ruilen in de winkel, waaronder games als Army of Two, HAWX en, zoals de titel al suggereert, Gears of War.
Destijds had ik het er over dat ik Gears of War en Gears of War 2 allebei met mijn broertje had uitgespeeld, maar dat de XBOX van de woonkamer naar mijn slaapkamer was verplaatst voor Gears of War 3 uit kwam, wat betekende dat ik dat spel in mijn eentje uit heb gespeeld. Het was nog wel leuk, maar toch miste ik wat. In juli was ik er pessimistisch over dat ik ooit nog een keer de co-op van Gears 3 uit zou spelen, maar ik had me er bij neergelegd en kon er mee leven.
Wat ik niet had verwacht, was dat mijn broertje afgelopen zondag avond, nadat ik terug kwam van mijn werk, mijn kamer binnen kwam lopen en vroeg 'zullen we morgen avond eens Gears gaan doen?'.
Natuurlijk moest ik ja zeggen. Niet alleen was het voor mij nog steeds een doel om met hem de co-op campagne uit te spelen, ook had ik al een tijdje het gevoel dat de manier waarop we over onze relatie met elkaar praatten eigenlijk net iets te veel waarheid bevatte. We zitten allebei op onze kamer onze eigen dingen te doen, maar als we samen werken of aan tafel in gesprek zijn kan je zien dat we veel dingen gemeen hebben.
Dus, maandag avond, nadat hij terug was gekomen van zijn zwemmen, pakte ik mijn lang ongebruikte tweede controller, duwde die in zijn handen, en deed Gears of War 3 in de CD-lade van de XBOX.

Gears of War 3
Gears of War 3

Nu is die jongen een PS3 gamer, dus was het voor hem weer even wennen aan de XBOX controller, die toch enige verschillen toonde met die van het apparaat van Sony. Hij was er echter binnen no-time aan gewend en rende net zo hard achter mij aan, op zoek naar de volgende lading Lambent om te beschieten.
Hij vond al snel de Longshot, waarmee hij van een afstandje heerlijk de verschillende vijanden uit kon schakelen terwijl ik meer naar voren rende en alles bezig hield, waarbij ik helaas vaak snel overrompeld werd en weer geholpen moest worden. Toen de Retro Lancer beschikbaar werd, waarmee je een rennende aanval uit kan voeren die, als je contact maakt met een vijand na een korte aanloop, alle normale vijanden in één keer uit schakelde, merkte ik pas echt dat onze stijlen zo veel van elkaar verschilden dat we elkaar nog maar amper in de weg zaten. Hij werkte van een afstandje en schoot af en toe een doelwit van me af voor ik het kon bereiken en ik zat er midden in en spieste af en toe een vijand waar hij net op aan het richten was aan mijn bajonet.
De dag daarna, dinsdag, zou hij eigenlijk met zijn scouting groep een vuurtje gaan bouwen en gezellig gaan doen. Ik had die ochtend een BHV cursus en was die middag, in verband met de problemen met het spoor, met de auto naar het buurthuis gegaan. Onderweg terug naar huis ging ik nog even langs de Albert Heijn, waar ik een bericht binnen kreeg. Het was mijn broertje, die me vroeg of ik nog plannen had die avond. In verband met het slechte weer gingen zijn scoutingplannen niet door en had hij een avondje tijd te doden.
Op maandag avond hadden we twee van de vijf acts afgerond, we zouden net terug gaan naar Anvil Gate toen we besloten om er een einde aan te breien. Ik moest de volgende ochtend immers naar die eerder genoemde BHV cursus en moest er weer vroeg voor op. Dinsdag had mijn broertje duidelijk de smaak te pakken, want we rondden het spel meteen af, waarbij we tot in de kleine uurtjes door zijn gegaan. Tegen het einde hadden we een hoop lol en een hoop geschiet er op zitten. We waren allebei een paar keer de reden van een reload geweest. We hadden op elkaar gescholden, we hadden samen gelachen om stommiteiten.
Het was fantastisch.

Net, na het eten, vroeg hij of we verder konden gaan met Gears of War: Judgement. Natuurlijk zei ik ja.

vrijdag 10 oktober 2014

Solliciteren

Na een periode van stilte besluit ik dan toch maar weer eens aan de slag te gaan met dat blogje van mij. Het is nu bijna negen maanden geleden dat ik het laatste verhaaltje heb geschreven, over een lading boeken die ik zelf had gelezen, maar recentelijk werd het mij toch maar weer aangeraden om weer eens te beginnen.
Sinds april ben ik aan het solliciteren om eens een keer de echte wereld in te kunnen gaan. Hiervoor heb ik een training gevolgd en ben ik naar verschillende lezingen en workshops gegaan van mensen die er verstand over hebben. Bij twee van deze workshops was een man aanwezig die heel lang bij de ING had gewerkt als Web Editor en Content Manager, naast vrijwilligerswerk bij de plaatselijke tak van RTV als redacteur. Allemaal fantastische dingen, waarvan ik weet dat het voor mij geen straf zou zijn als ik daar ook mijn carrière in zou kunnen maken.
We raakten in gesprek - hoe had ik anders al deze dingen over hem kunnen weten - en hij raadde mij aan om een portfolio op te bouwen. Ik zei hem dat ik wel een blogje had, maar dat het al enkele keren in ernstig verval was geraakt. Hij raadde me aan om gewoon weer te beginnen met schrijven en me geen zorgen te gaan maken dat ik schrijf over wat mensen interessant vinden, maar dat ik schrijf over dingen die mij bezig houden.
Dat deed me denken aan het blog dat mijn vader een lange tijd had onderhouden, Middelpunten. Hij was er mee begonnen om te schrijven over zijn tocht naar de verschillende middelpunten van Nederland, maar was vervolgens verder gegaan met vertellen over de verschillende dingen die hem gebeurden en die hem bezig hielden. Hier kwam vaak een heleboel onderzoek bij te pas, omdat hij een hekel heeft aan incorrecte informatie geven, dus was vaak te zien hoe hij peinzend achter zijn computer zat, met boeken voor zijn neus en hele verhalen uitgeschreven op kladblaadjes met schetsen en tekeningen er naast. Het was indrukwekkend om te zien, vooral als je keek naar de verhalen die er soms uit kwamen rollen over, bijvoorbeeld, de Watersnoodramp, die zijn vader - mijn opa, dus - had meegemaakt.

Ik had nooit nagedacht over het maken van een portfolio voor mijn sollicitaties. Volgens mij is dit blog wel ooit zo begonnen, omdat ik graag als collumnist wilde gaan werken en ik wilde oefenen in het schrijven van teksten, maar dat doel is verloren gegaan na de eerste grote stilte. Met dat in het achterhoofd heb ik vandaag dan toch weer een app gedownload voor mijn Microsoft Surface - want waarom zou je nog je browser gebruiken, tegenwoordig? - en ben ik begonnen met tikken terwijl mijn moeder en haar vriendin in de woonkamer aan het knutselen waren.
Gezellig!

donderdag 13 februari 2014

Reading the 'Age of...' books

So, I've allowed a silence to fall for a couple of months again. I guess I never really felt like writing, especially after the writing extravaganza that was NaNoWriMo, which tired me out on the creative side quite a bit. Trust me when I say that I did feel the occasional pang of guilt for not writing about things like the fact that I started playing League of Legends (got bullied into it by my friends), or that I acquired myself a Microsoft Surface Pro 2 and have to admit that I don't see why people hate Windows 8 so badly.

After reading my way through 'Age of Godpunk', though, I suddenly felt the urge to start writing again. Maybe it has to do with the fact that I'm reading again, or the fact that I'm finally attending university again (I only really read while in transit, so I basically only read while I'm going to and from university, so the two really go hand in hand). It doesn't really matter, though, all that matters is the fact that I finally felt like writing again.

I found the 'Age of...' series, as it is written by James Lovegrove, the very first time I entered one of the two American Book Centers we have in the Netherlands. It was while I was waiting for a lecture to start, and the store happened to be across the street from the lecture hall.
I don't really remember what the lecture was about, but it's not really important to the story I want to tell.
In the store I saw three books of the series standing side by side, their covers pointed outwards instead of only the books being arranged side-by-side with the backsides facing out. The titles were 'Age of Ra', 'Age of Zeus', and 'Age of Odin', and I immediately went back to my youth and the hours of time I wasted on 'Age of Mythology' and its expansion, 'The Titans'. I remembered that I enjoyed playing the Norse the most while playing the game, so I picked up 'Age of Odin' first and made myself ready to read it.
Can you imagine my horror when I realized that 'Odin' was actually the third in the series?

Now, I have to admit that it's a little silly of me, but I'm very anal about reading books in the right order. I didn't know that the books could be read completely out of order back then, so I made it a point to put the book down and head back to buy 'Ra' and 'Zeus' as well and to read these two first. I was pretty much committed by then, so I picked up 'Age of Ra' and started reading, this time without putting it down after the first couple of pages.
Now, I'm going to go through the books (which are quite a few by now), and I hate typing 'spoiler warning' or 'spoiler alert' while talking about a book, so consider yourself warned. I won't spoil a lot, but... Yeah, consider yourself warned.

'Age of Ra' was, as I recall, a pretty bleak book that built itself on an interesting concept. Basically, the Egyptian pantheon had had it with the shit of the world roughly hundred years before the story of the book and started to take over. They killed the other gods (ALL of them) and divided the world amongst themselves by countries. The world map as we know it is mostly unchanged, but the technology and people are changed. Church and state are definitely no longer separated, nor are army and state, and the god that rules over a given country can actually send its own power down in a form that can be captured and stored for later usage in weapons and vehicles called 'Ba'.
Now, anyone who knows anything about the Egyptian pantheon knows that its mythology is filled with backstabbing, infighting, incest, and intrigue. This is translated by letting the book alternate between Ra, the Sun God, as he deals with the hijinks of his fellow gods, and David Westwynter, a British soldier. As the tensions between the gods start to build up, it also builds up between the countries that represent the respective gods as the rulers start to be influenced by the gods.
After an establishing fight, though, during which the main story twist is introduced, Wstwynter ends up in 'Freegypt', this world's Egypt, which is, ironically enough, the only state that makes it a point to remain aggressively atheist in a world enthralled by the gods and the knowledge that they are very real. These Freegyptians aren't atheist in the way that they don't believe there are gods, but they are atheists in the way that they actively wish for the gods to pack up and get the hell out of their world.
Which turns out to culminate in a Freegyptian masked man that is actively spurring everyone on to take up arms and deal with the gods, which, to a British soldier, is of course a big problem.
I don't really recall how the story went on after that. It had something to do with the protagonist's brother showing up and there was some kind of tacked-on love story. I do remember letting one of my university friends borrow it, and I got it returned to me with the simple comment of 'that's dark and depressing', which I can't really disagree with.

'Age of Zeus' was, comparatively, a lot brighter and more lighthearted than 'Age of Ra'. When I opened it up, after having enjoyed the world of 'Age of Ra', I was  expecting the same kind of twist but just with the Greek pantheon instead of the Egyptian. That would have meant a lot of collumns and toga's, maybe some old school modern jousting, and a more totalitarian way of ruling the world.
If that had been the case, I don't think it would have been as enjoyable to read as it had been. It would've been pretty dry, to be fair, because the concept had been explored pretty thoroughly in 'Age of Ra'.
In 'Age of Zeus', though, there is a completely different story going around. The gods of the Greek pantheon, together with the monsters of their myths, showed up in the world about ten years before the events of the book. They, much like the Egyptians in 'Ra', were tired of humanity's shit and started to clean up the world, the Chicago way. Everyone that opposed them got killed and criminals were punished in the old Greek style. Rapists got their naughty bits cut off, thieves lost their hands, things like that.
A big point of the story is the fact that, to make an example, the gods destroyed a single town that was opposing them. After that they got pretty much free reign and could do what they wanted, when they wanted. The many monsters spread out over the world in order to enforce order while the gods got drunk and had fun. I recall an early passage about a drunken Hercules running around on a random destruction spree, because he's apparently a very angry drunk.
The protagonist is Samantha Akehurst, a policewoman who gets invited to join a crack commando squad of international badasses that train to run around and take names in powered armor while listening to the names of the Titans and start systematically taking out the Greek monsters and, after that, the gods themselves.
I remember that the story was a lot more character-driven than 'Age of Ra', which was a lot more focused on military combat and skirmishes. There were the twelve commando's and the man that organized them, which meant that there was a lot of character interaction that really helped you to get a feeling for the different characters. As opposed to Westwynter, I actually felt like Akehurst was an actual person that had plenty of faults and plenty of reasons for the things that she does. The other characters, which I don't really remember because it has been a while, all had personality and I remember actually feeling a little crestfallen with every casualty.
What I remember the most fondly was how the group, eventually, dealt with Hermes. The man, who had been fighting the group of power armored badasses with his speed and caduceus, actually grabs one of the group and starts teleporting her around the place. It's described that she basically gets hit in the head with a sledgehammer with every jump, but the 'eyes' of the reader are back at the home base, where the rest of the group can only really listen and view the camera feed, until there is an explosion and the feed turns into static.
You find out later on that the woman that was being teleported around by Hermes had taken a grenade - described to be more like a miniature nuke in power - and pulled the pin, exploding herself together with Hermes.
I had to put the book down after that.
There was a twist that I don't want to spoil, mostly because it puts the actions of some of the major characters in a completely different light, but I know that I thought it was a little weak, afterwards. That was a bit of a shame, though.

After reading through both 'Ra' and 'Zeus', you can probably imagine that I was quite stoked to finally get to read 'Age of Odin'. It had been the original book and, quite frankly, it had been staring at me for a while from my book shelf for a while by then. Quite literally, as you can probably imagine from the book cover up there. By then, I had realized that the books didn't have to be read in order, but I wasn't sorry for buying the other two books, because they had been pretty good reads.
This meant that the bar had been placed pretty high for 'Age of Odin', mostly because I was (and still am) a sucker for military fiction and both 'Age of Ra' and 'Age of Zeus' had provided me with that plentiful.
The book started off pretty roughly, because it was the first of three books to be written from the first person perspective. I know I write my own stories from a third person perspective that is pretty much fixed on the back of the protagonist, which means the reader still doesn't know more than the protagonist knows and is, quite frankly, basically the same, but for some reason the use of the word 'I' outside of the spoken text doesn't sit well with me.
It also introduced a pretty extensive back story, for as far as that's possible with a chapter's worth of dialogue, between the main character, Gideon Coxall, and the person that was sitting next to him in the car. After the first chapter, though, that character is nowhere to be seen for the rest of the book, until the very last chapter, and I won't spoil exactly under which circumstances the two characters split up.
What happens, though, is that Coxall stumbles across a man that claims to be Odin and, for some reason, manages to convince Coxall (try saying that quickly three times and not start hearing 'cocks all') to stay with him and help fight against the oncoming Ragnarok.
When I realized that Ragnarok was going to be a big part of the story, I wished that I had ever taken the time to research the actual Norse mythology besides the stories that I was shown during the 'Age of Mythology' games I had played. All I knew was that it was, basically, the end of times, which still didn't mean all that much to me, as there are a lot of ends of times and I didn't know the particulars of this one.
Anyway, there are a lot of characters from the Norse mythology introduced. The first Thor movie came out after this book, and I actually recognized a number of them from the book, which I count as a good thing. Some of the mythology was actually explained, like when there was a Chinook helicopter that everyone called 'Sleipnir', the eight-legged, flying horse that was gifted to Odin by Loki, which was explained in full after the name was dropped. It almost felt like a joke, as if the book was poking a little bit of fun on the original mythology.
Everything taken together, though, the book was a bit of a disappointment. Every time I got the feeling the book went to a major battle or skirmish, it burned out to a sizzle. There was a lot of tension building that eventually deflated with nothing, or something quite minor, happening, and I quite disliked it, to be honest.

After finishing off these three books, I did some additional research. I know that a writer never stops writing, unless they burn out or experience a writer's block, so I Googled James Lovegrove and immediately found his website. Back then, only the three books I had already read were up there, so I was satisfied with the fact that I had finished yet another series.
I kept frequenting the American Book Center, though. I had started reading the 'Horus Heresy' books, after playing 'Warhammer 40.000: Space Marine' and taking a liking to the lore of the '40K' series. I read all of the TVTropes page, of both '40K' and the 'Horus Heresy', and had decided that I was ready to start reading the series. As such, I was very happy to find out that my ABC actually stocked basically all of the 'Heresy' books and I returned regularly as I polished off book after book.
But, every time I walked by, I threw a loving look at the three 'Age of...' books as I walked by. It had grown to be a bit of a ritual, checking up on the books, until I suddenly saw that a fourth book had joined the three.

I was a little nervous about 'Age of Aztec', because I didn't have an idea of what the Aztec culture was all about. I had a basic knowledge of the Egyptian, Greek, and Norse mythologies, but that was all because of 'Age of Mythology' and because those three had all been pretty big during my youth. I was aware of the Aztecian mythology like you are aware of a light pole in the streets. I was aware of the fact that it existed, but I didn't know all that much about it.
It didn't take me long to realize that, just like in 'Age of Odin' and the books before that, the book would probably teach me a thing or two about the Aztec culture and the mythology that belonged to it. It really didn't disappoint.
I have to say that this book was released before the big '21-12-2012', because it actually played a pretty big role in the story despite being a Mayan thing. The date is, basically, considered to be one month after the new year, and I won't say anything else about this because of spoilers.
For the first time in the series, the book follows two main characters, but neither of them are gods. One of them is Mal Vaughn, a police detective who is on the trail of 'The Conquistador', a masked vigilante that is systematically killing off the Aztecian religious leaders all over the world. The other one is Stuart Reston, said vigilante, and he actively opposes the oppressive, cruel Aztec culture that rules the world.
What became clear to me immediately, or, after the first couple of chapters, was that the Aztec culture was a harsh, cruel one. Human sacrifice wasn't only a regular event, being chosen to be a sacrifice was actually an honor that was supposed to be applauded instead of dreaded. The way it was treated didn't really matter, though, because someone was still dead by the end of the ritual.
What disturbed me the most about the book, though, was the fact that most of the barbaric rituals were actually treated as public events. At some point, Vaughn's boss is discredited and shamed and, apparently, the only reasonable way to deal with this is a public execution. Said execution isn't done quickly, though, as Vaughn is forced to fight her boss, where he is armed with a feather attached to a stick and she is given a stick with numberous nails and blades attached to it. The fight is made a big point in the story, where important information is given, but it still made me feel a little sick about the way someone was basically told 'you are going to die, but we are going to give you the illusion of a chance'.
The end of the book was also a surprise to me. By that time, it had turned out that the 'gods' everyone was worshipping were actually real, but they weren't actually gods. They turned out to be sufficiently advanced aliens that had visited the Aztecs first and had given them the chance to grow out to be the dominant religion on Earth to use them as guinea pigs. In 'Age of Zeus' the gods weren't actually gods, and in 'Age of Odin' their origin was kept quite ambiguous, but this time the gods were actually an outside force that was actively forcing itself on the world, which felt very scientology to me, but I decided to ignore it in favor of the ending. This book was actually the first one to feature an apocalyptic ending with the end of the world ensured before the last page. 'Age of Aztec' made it very clear that there was no way that there would be a sequel to this book, just like 'Age of Zeus' did. 'Age of Ra' and 'Age of Odin' could easily be followed by a sequel where things would be made clearer, but 'Age of Aztec' left absolutely no avenues open, which is something I can respect.

Finding out that 'Age of Aztec' had been released while I wasn't looking made me go back to the internet and research mister Lovegrove again to see if I had missed more books. As it turned out, I did, because a story called 'Age of Anansi' had been released simultaneously with 'Age of Aztec'. It took me a lot of research and fruitless searching before I realized that 'Age of Anansi' was actuall a novella that hadn't been released in print. It was only available as an e-book, and I didn't have an e-reader, nor a smartphone or other device that was able to read e-books, so I decided to drop it and accept that the 'Age of Anansi' story would never be available to me.

It took a couple of months, maybe a year, but I started to keep track of James Lovegrove. I didn't check his website daily like I do with certain webcomics, but I returned to it every now and then in order to get an update and see if anything had been released while the world kept turning. It usually didn't really give me any kind of news, but I eventually got the news that a new 'Age of...' book had been released. In this case, it had been 'Age of Voodoo', which had been far from what I had been speculating. I had hoped Lovegrove would go further east, taking Japanese or Chinese lore for his next book, but he had decided on a mythology that I had absolutely no knowledge of.
Which was both a surprise and a delight.
I like to be surprised like this, with both a book and a thing that I hadn't expected, so I once again got my hands on it as quickly as I could and started to dig in.
The book starts out with the main character, Lex Dove, diffusing a situation with a couple of rowdy characters in a bar, which sets the tone for the complete rest of the book. You see, Dove used to be a wetworker who retired some time ago, and he's not afraid to show off his skillset and, for some reason, he's still carrying a gun everywhere he goes. Take with that the fact that his old employers apparently still have his number, and you've got the reason for why the main character is throwing himself at danger while other people join him. It includes, once again, a love interest, but also a number of SEALs, which created an interesting dynamic. The SEALs openly distrust Dove, of whom they know just about next to nothing, while Dove does his best to hide his past from them and the love interest.
The twist is that the love interest is actually a voodoo lady, who has some toys that she uses with some success against people like rapists and the enemies they are trying to fight, which end up to be 'Zuvembies', or Voodoo Zombies.
That is the gripe I have with this book. It actually shows how the main antagonist talks with the people around him while he's obviously setting them up for a betrayal, and everything about him screams 'Hidden Agenda!', but the whole book appears to revolve around the fact that everyone around him is way too blind to actually see it.
The zuvembies themselves, though, are some of the best zombies I've seen portrayed in books up until now. Lovegrove actually took the time to try and come up with a scientific explanation for the zuvembies, besides 'voodoo happened', which means that I felt like it was a plausible danger while reading the book. The zuvembies also showed the immense stamina and difficulty to be killed, including headshots, which felt novel after reading books like World War Z. They also felt sufficiently savage, what with the descriptions of people getting ripped apart while screaming and such.

I later discovered that another novella had been released next to 'Age of Voodoo'. It was called 'Age of Satan' and was, just like 'Age of Anansi', an e-book only release. I had already decided that I would probably never get to read the e-books, something I had resigned myself to, but I have to admit that it felt a bit like a shame.
Keeping track of the website of Lovegrove, though, soon brought me an update that made my heart jump a bit. He was going to release both 'Age of Anansi' and 'Age of Satan' together with a new novella called 'Age of Gaia' in a compilation that would be titled 'Age of Godpunk'. I actually pre-ordered this book from my local online retailer and was a bit disappointed that I was smack-dab in the middle of a different series ('Innocent Mage' and 'Awakened Mage', by Karen Miller) that I first wanted to finish reading before I started that off.
Unfortunately once more, I finished my last class with some book to spare in 'Awakened Mage', which meant that I polished that one off at home and then decided to keep 'Age of Godpunk' waiting until my class started again, in February.

I finished it by now, though, and I have to say that the three novella's contained in 'Age of Godpunk' are three completely different beasts that are written in wildly different styles.
'Age of Anansi' was written, once again, in the dreaded first person, but I powered through it while I tried to ignore the fact that it wasn't exactly a military novel. 'Anansi' is the first story to deal with gods from different pantheons, as Anansi himself is the trickster spider god of Western Africa and wants to win an annual get-together of trickster gods playing tricks on each other. Dion Yeboah, a lawyer by trade, is recruited to function as Anansi's avatar for this, and it quickly becomes clear that the tricks go from playful ('I put pee in your drink' and 'I put rotten flesh in your AC unit') to dangerous (a razor embedded in a piece of soap, or lining someone's cigarettes with LSD), to downright deadly. The ending was a bit weak, though, as it relied on Yeboah acting completely out of character when compared to the rest of the story, which was a shame.
'Age of Satan' was, thankfully, back to the third person and was actually the first one to span the complete story of Guy Lucas, from his early years being bullied all the way up to his winter years. In order to stop the bullies, Lucas gets pulled into performing an amateurish black mass, selling his soul to Satan to reach his goal.
Cue the next half of the story telling about different encounters with the Devil, or, as is explained later on, what Lucas perceives are encounters with the devil. Especially near the end, the story gets a strongly atheistic and actually starts to actively glorify atheism and the 'do unto others as they do to you' creed as the answer to the world's problems. Though it was a delightfully optimistic end, after the end of 'Anansi', I had to feel a little sceptical as I polished the story off.
'Age of Gaia', as the last story and the most recent story, which had been written just for the compilation, had the tough job of making me feel good about this book. 'Age of Anansi' was funny, but didn't really endear me. 'Age of Satan' gave me a pretty epic story with twists and turns, but it left me sceptical. It was all up to Barnaby Pollard, which I still think is a strange name, and Lydia Laidlaw to make this book up for me.
It started out innocent enough, with the extremely rich Pollard, CEO of a company that actively exploits the Earth's natural resources, working on getting some environmentalists off his back by taking them on a tour across the world. After that, though, it quickly turned into a romance between Pollard and Laidlaw that was, to my surprise, very graphic an pornographically described. When Lovegrove actually started to describe the sex I started to feel a bit uncomfortable, considering the fact that I was reading in the train and didn't really want someone to read that kind of thing over my shoulder... The twist being, of course, that Laidlaw was the personification of Gaia, the world, and the way Pollard treats her immediately reflects on the way the world treats him and his company. It wasn't a pretty ending.
All in all, the compilation was a fun thing, but none of the stories really left a positive imprint on me. It felt a lot like the end of 'Age of Aztec', though we aren't talking about a scale like that ending. It just left me with a bit of disappointment in the back of my head.

Well, that was quite the story... Props if you read it all. My research has already shown me that there is going to be yet another 'Age of...' book, this one called 'Age of Shiva', which is yet another culture and pantheon that I know next to nothing about. Considering the fact that 'Shiva' is set to be released in april this year, I know that I have a bit of time to research it all...
I just hope to be able to get back to writing again!