Met dag vier van NaNoWriMo hard onderweg, heb ik net een streep gezet onder mijn vierde hoofdstuk. Ik probeer altijd een hoofdstuk per dag te schrijven, zodat de hoofdstukken van een consequente lengte zijn - uitzonderingen daargelaten, natuurlijk. Ik wil iedere dag minimaal 5000 woorden schrijven, dus de hoofdstukken zijn, over het algemeen, tussen de 5000 en 5500 woorden lang.
Uitschieters daargelaten, natuurlijk.
Dus, toen ik hoofdstuk vier vandaag afrondde had ik, in totaal, 22028 woorden op papier staan. Met een proloog en vier hoofdstukken komt dit neer op, ruwweg, 5250 woorden per hoofdstuk en 5500 woorden per dag (de website van NaNoWriMo houdt zo veel mooie dingen bij). Naar mijn maatstaven zijn dat gemiddelde hoeveelheden, zoals ik al meerdere keren uitsloverig heb verteld. Gemiddeld zou dat mij twee en een half uur moeten kosten, maar helaas duurt het de laatste dagen allemaal net iets langer.
Ik ben dan ook een stukje drukker. Het is een klein wonder dat ik er tot nu toe in geslaagd ben om iedere dag mijn stukje te schrijven.
Als ik kijk naar mijn vrienden op NaNoWriMo, de medeschrijvers die, samen met mij en duizenden anderen, hard proberen om ook die 50.000 woorden op papier te zetten voor het einde van de maand, zie ik altijd dat er een hoop mensen zijn die het niet zo makkelijk af gaat. Van de mensen in mijn cirkel schiet ik vaak snel weg van de rest en laat ik hen achter in het stof.
We hadden immers al vastgesteld dat ik snel kan schrijven.
Maar van een van de mensen moet ik zeggen dat ik toch wel heel trots op hem ben dat hij gaat zoals hij gaat. Twee jaar geleden was het hem gelukt om zijn verhaal, op het nippertje af te ronden. Vorig jaar was hem dat niet gelukt. Dit jaar had hij wat tegenslagen te verduren gehad betreffende sollicitaties en werk zoeken (net zoals ik), maar gisteren was het hem gelukt om door te breken naar de vijf cijfers.
Voor de ongeïnitieerden, op de website van NaNoWriMo wordt het aangeraden om iedere dag minstens 1667 woorden te typen om die 50.000 te halen voor het einde van de maand. Als je iedere dag 1667 woorden typt, breek je op dag 30 door de 50.000 heen, dus dat is genoeg.
Op dag 3 zou je dus 5000 woorden moeten hebben.
Mijn eerste gedachte toen hij trots aankondigde, ik heb de 10.000 doorbroken, was 'dat heb ik gisteren al gedaan. Ik ga al richting de 17.000'.
Foei.
Dat ik snel ben, stond al vast.
Dus, good for you, is wat ik zeg. Ga zo door, je hebt al minstens twee keer zo veel geschreven als nodig is om het te halen en, als je zo door gaat, haal je die 50.000 woorden wel!
Heel veel mensen vinden de 50.000 een intimiderend getal. Mensen zien hun buddies wegschieten, mensen die op dag vier al bijna halverwege zijn, of op dag één al zo goed als klaar zijn (ik heb zelf, bij de toppresteerders, mensen gezien die op dag één al bijna de 100.000 woorden aantikken, ook al vraag ik me een beetje af hoe legitiem dat is...), en raken er door ontmoedigd. Als een sterk onzeker persoon weet ik hoe dat gaat, dat je ziet hoe anderen beter presteren en dat je dan gefrustreerd raakt omdat het jou niet zo goed lukt.
En alles dat ik kan zeggen is, niet doen!
Er zijn genoeg mensen die er niet in slagen om de uitdaging af te ronden!
Sommige mensen hebben een leven! Sommige mensen, zoals ik, vinden het leuker om een groot deel van de dag te besteden aan schrijven en om die grafiek op de website te vullen met allemaal stijgende lijntjes!
Als je er aan twijfelt om mee te doen (dit jaar ben je misschien wat laat, maar er is altijd volgend jaar nog!), moet je het gewoon eens proberen! Er is geen schaamte in het niet halen, omdat de uitdaging geen wedstrijd is. Er zijn gewoon wat overpresteerders die soms net wat te hard werken.
Ik zou graag eens het verhaal van een collega-WriMo lezen, van iemand die er gewoon voor is gaan zitten en is gaan schrijven, zonder na te denken over het halen van aantallen of, zoals veel mensen doen, over wat er allemaal moet gebeuren in het verhaal.
Echt waar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten